Denkend aan vroeger… Jos en Annie als kinderen in de oorlog

Niet alleen de oudere inwoners van Katwijk aan den Rijn waren erg en bang geschrokken door het uitbreken van de oorlog, maar dat gold evenzeer voor de kinderen. De ouderen waren er op voorbereid door alle krantenberichten en de toespraak van onze minister-president De Geer met de woorden ‘Gaat u maar rustig slapen’. Voor de kinderen was het enorm schrikken en ze vonden troost bij hun ouders. Twee van hen vertellen hier wat ze hebben meegemaakt op de eerste dag en in het verloop van de vijf oorlogsjaren en in het verloop. Ze heten Annie en Jos en hier vertellen zij hun verhaal.

Wat doet de oorlog met een kind?
Het was vrijdag 10 mei 1940 en er was het geloei van sirenes en het geluid van laagvliegende vliegtuig die gingen landen op het vliegveld Valkenburg. Ook in de straten van Katwijk aan den Rijn en Valkenburg werd er gevochten tegen de Duitse militairen En ook de kinderen maakten dit mee. Zoals Annie in hun ouderlijk huis met aan de ene kant van de brug de Nederlandse soldaten en aan de andere kant van de brug de Duitsers. Over en weer werd er geschoten, terwijl de tram over de brug reed en de passagiers vol verwondering en verbijstering getuige waren van dit directe oorlogsgeweld. Het gezin van Annie, haar vader was bollenboer, moest toen dekking zoeken en het werd nog spannender toen er granaten over hun huis vlogen en de schuur ernstig beschadigde. Bij Jos was het ook niet anders Ook in het dorp Valkenburg werd er zwaar gevochten en Duitse vliegtuigen landden op het vliegveld en voerden zo ook nieuwe troepen aan.

In de Jozefschool werd ook Duits gesproken
Maar wat voor de oorlog normaal was, werd zoveel mogelijk na de overgave op 15 mei voortgezet, gewoon de hele week eerst naar de kerk en toen ook naar school. In de eerste oorlogsjaren waren het de hele dagen naar school en later werd dat om de week. Op zaterdagmorgen om 11.00 uur verzamelden zich alle kinderen op de trap van de Jozefschool en onder leiding van de hoofdmeester Castenmiller werd de week uitgeluid onder het zingen van ‘Het is zaterdag en morgen is het zondag’.
Natuurlijk waren er dingen die voor de kinderen angstige momenten opleverden zoals de vele Duitse soldaten die door het dorp liepen. Ook de Jozefschool werd door de bezetter gebruikt als inkwartiering en de leerlingetjes kregen toen ook les in het parochiehuis. Er was natuurlijk een avondklok, alles was op de bon en later ontstond er een tekort aan allerlei levensmiddelen.
Maar niet alleen de onderwijzers, meester Castenmiller, meester Fennes en juf van Stijn hielden de moed erin maar ook pastoor Hesp.

Kerk en communie gingen ook gewoon door in de oorlog

De kerkelijke feesten gingen zoveel mogelijk door. Annie en Jos vertelden over het plechtige feest van Christus Koning. Dat was toen een H. Mis met drie heren met een processie in de pastoorstuin gevolgd door nog een mis in de tuin. Zij moesten toen allemaal knielen en hielden daar zeker zere knieën aan over want de hele pastoorstuin lag vol met schelpen. Annie en Jos weten nog, dat de bewoners van het ‘Tranendal’ over de schutting van hun tuinen keken naar dat ‘Roomse gedoe’ zoals ze het benoemden.

Ook het feest van de eerste H. Communie met alle voorbereidingen kunnen ze zich nog goed herinneren. Alle meisjes in het wit en de jongens ook netjes aangekleed. Goed luisteren naar de juf die hen had voorbereid. Stil zitten, draai naar links, langzaam lopen naar het altaar. Op commando knielen, handjes onder het laken. Dan weer terug naar je plaats en je gebedje doen:

Lieve Heer, daar gat de bel,
Duurt nog maar een enkele tel  
Dan komt het Goddelijk Kindje 
In het hart van Uw kindje

Onze hartjes zijn al klaar
Lieve Heer ,ach kom nou maar 
Daal maar in ons hartje neer
Kom, o kom, o Lieve Heer     

Bedankt voor het verhaal 
Maar later bleef niet alles hetzelfde. Er kwam voedselschaarste en de parochie zorgde zelfs voor een gaarkeuken. Ook werden er veel bomen gekapt omdat er gebrek was aan brandstof. Dan was er ook de hongerwinter die velen nauwelijks hebben overleefd. Het einde van de oorlog naderde, zeker toen er voedsel droppings plaatsvonden op het vliegveld Valkenburg. De jeugdige Katwijk Binders hebben dit toch allemaal moeten meemaken. Dit was het persoonlijke verhaal uit de oorlog van Annie en Jos. Bedankt dat zij het hier wilden vertellen en delen met alle lezers van deze rubriek. U kent ze vast wel Annie van Leeuwen – van Paridon en Jos Rietveld.

Richard Hulmer

Denkend aan vroeger… schrijft u ook mee?

Op deze maandag 26 juli verscheen hierboven het verhaal vanaf de eerste oorlogsdagen mei 1940 met de persoonlijke oorlogsverhalen van deze twee oudere parochianen.
Ook deze aflevering in de serie ‘Denkend aan vroeger…’ van de hand van Hulmer is door hem met groot enthousiasme aan het papier toevertrouwd. Hij zal met deze aflevering van ‘Denkend aan vroeger’ en later ook nog zeker met vele andere bijdragen elke maandag op deze website over o.a. werkgroepen, individuele vrijwilligers, oudere parochianen en koren zichtbaar maken wat een bruisende en dynamische parochiekern we met elkaar zijn geweest en zijn in alle jaren.
Maar u kunt ook zelf uw belevenissen geplaatst krijgen. Dus u kan natuurlijk ook nog reageren hoor. Hopelijk is uw bijdrage dan ook voorzien van vele unieke foto’s variërend van een communiefeest, les op de St. Jozefschool, bij K.R.V. tot een kerstspel in de kerk enz. Gewoon doen dus en met elkaar kunnen we zo die geschiedenis, ook van de laatste zestig jaar, laten herleven voor iedereen die het wil lezen en zien. Want samen beleven we toch het 175-jarig jubileum van onze parochie? En we gaan toch ook met elkaar vol vertrouwen de toekomst tegemoet?
Stuur uw bijdrage, al dan niet compleet uitgeschreven want Richard kan altijd van uw losse zinnen en steekwoorden een prachtig verhaal maken, naar r.hulmer@casema.nl of bel hem op 071-4025028 / 06-10203892. Uw / jouw verhaal(tje), of leuke en pakkende foto met korte tekst kan dan ook op deze website geplaatst worden. Leuk om dan als ‘leverancier’ later reacties te krijgen van de vast en zeker vele lezers.

Namens de evenementencommissie,
Gerard Bol.