Het verhaal achter het aangebloemde kruis met Pasen

Na de viering van Paaswake, zaterdagavond 30 maart, sprak ik Helma Boskamp om haar o.a. te complimenteren met het aanbloemen van het grote ruwhouten kruis voorin de kerk. Dat had ze samen gedaan met dochter Lisanne en Nel Hesselberth. In dat gesprek kwam ook de vraag naar voren hoelang deze traditie eigenlijk al in onze parochie(kern) bestond. Zij hadden dit kleurrijke werk enige jaren geleden namelijk overgenomen van Wil van Rijn. Maar werd er al aangebloemd voor zijn jarenlange tijdperk? We constateerden ook beiden dat, ondanks de rijke bloembollencultuur in de Duin- en Bollenstreek, deze traditie niet aanwezig was in de verschillende andere katholieke kerken in de regio. Daarom een extra reden om op zoek te gaan naar het begin van deze bloem- en kleurrijke traditie in onze kerk. Die vraag stelde ik daarom in de digitale nieuwsbrief van vrijdag 5 april. Dezelfde dag kwam er al een prachtige reactie van Nico en Myriam van der Valk vanaf hun Portugese vakantieadres. Benieuwd geworden? Lees dan verder!  

Nico en Myriam van der Valk: ,,Op je vraag in de digitale nieuwsbrief van deze vrijdag, kijk eens achterin de kerk. Er hangt daar een kruis bij de ingang naar de pastorie. En de kruisgang die we nu nog kennen van de viering van Goede Vrijdag is met dat kruis begonnen. Het idee kwam in een vergadering, ergens in 1974 of 1975, uit de werkgroep ‘Jongerenkoor’. De eerste keer met Goede Vrijdag 1975 heeft Nico dat kruis met een nekband, waar je normaliter piano’s mee vervoerde, naar voren gedragen. Dat was met recht voor hem een kruistocht. Hij heeft het gehaald onder het nu ook nog bekende tromgeroffel. Maar dat kruis in je eentje dragen was echt eenmalig omdat het gewoon veel te zwaar was. Daarom heeft Nico toen een nieuw kruis gemaakt wat volgens ons nog steeds gebruikt wordt. De stalen standaard, waar het grote ruwhouten kruis in wordt geplaatst, is door hem gemaakt en gelast in Ter Aar toen Nico daar toen nog werkte bij die gemeente.”

Kussen of bloemen?

,,Een jaar later kwam het idee, of dat ook uit die eerder benoemde werkgroep kwam weet ik niet, om een bloemenhulde te doen i.p.v. het kruis te kussen… Dat vonden we toen ook al niet echt meer hygiënisch en van die tijd. Dus vroegen we voorafgaand aan de viering van Goede Vrijdag aan de mensen om gele narcissen mee te nemen. En zo werd het een geel kruis met een wit hart, de bekende pauselijke kleuren. Het versieren was vanaf 1976 ook in Nico’s handen en later werd dat door Wil van Rijn overgenomen. Maar het juiste jaartal hiervan kunnen we beiden niet meer benoemen. Dat is in het kort de geschiedenis van het grote huidige kruis dat op Stille Zaterdag wordt versierd met de meegebrachte bloemen!”, aldus dit enthousiast reagerende vakantiestel

Jeugdige parochianen, jongerensoos en jongerenkoor!

Van der Valk: ,,Maar het is ook leuk om nu wat meer achtergrondinformatie te geven over die unieke periode in onze Katholieke Kerk. In die jaren zeventig was er praktisch in elke parochie wel een jongerenkoor, dus ook bij ons in Katwijk. Het koor had ook geen aparte naam want we noemden het gewoon het jongerenkoor. En iedereen wist dan ook waar we het over hadden. Er was in onze parochie ook een jeugdsoos, of jongerensoos, en daar zaten vele nu ook nog bekende katholieken in. En natuurlijk zaten er ook velen bij de jeugdbeweging. Daardoor zat er in ons parochiebestuur, wat toen nog kerkbestuur heette, ook een afgevaardigde voor die jeugd. Dat was volgens mij Nic van Schie… Die plek nam ik daarna van hem over zoals ook zijn ‘baantje’ bij het jongerenkoor. Hij begon namelijk een koortje samen met organist Harrie Grimbergen sr. Dat werd van lieverlee het jongerenkoor, hetzelfde koor dat met Goede Vrijdag 1975 het idee had om het kruis voor het eerst naar voren te dragen.”

Een fantastische tijd als jongere in de Katholieke Kerk!

,,Bij dit jongerenkoor was Aad van de Hulst de eerste gitarist en er was ook een trompettist die elke keer door Jeanne van der Valk werd opgehaald en thuisgebracht. Als dat grote kruis,  dat we nu nog gebruiken, op het altaar stond, gingen alle koorleden in het stemmig zwart gekleed er omheen staan. We zongen toen een Engels nummer, ‘Were you there?’ heette het. Je kon op dat moment in de altijd zeer goed gevulde en soms zelfs ook volle kerk een speld horen vallen. Kippenvel! Daarna was de bloemenhulde door de kerkgangers met de meegebrachte narcissen. Mensen legden deze toen op de trappen voor het altaar, anders dan nu gebeurt. O ja, de muzikale begeleiding heeft verder bestaan uit Peter Noyons, Sjaak Zuijderduijn en Brigitte van Schie. Het leuke was dat er overal jongerenkoren waren.

Ook zongen wij met ons jongerenkoor zelfs een keer op zondag in de gevangenis van Scheveningen maar… rokjes waren verboden toen. Dit alles was, denken we nu, in de tijd van pastoor van Mastwijk na een periode ervoor pastoor Raadschelders die natuurlijk ook landelijk bekend werd als radiopastoor. Weet je, ook leuk om te vertellen, er was in die jaren ook een aalmoezenier Jansen van het marinevliegkamp Valkenburg. Hij ging soms ook voor in een viering bij ons in de kerk. We weten hem zeker nog te herinneren. Waarom? Zijn preken waren adembenemend, want hij begon bijna altijd met de zin ‘Ik ben de vergeler’ en alle toen bestaande wasmiddelen werden daarna door hem benoemd. Het was allemaal heel vernieuwend in die jaren en de kerk zat bij zijn komst echt altijd helemaal vol! Je kan het je nu nauwelijks meer voorstellen, maar de (lied)teksten maakten we toen ook zelf, wat een prachttijd was het toch! We denken dat we hiermee jouw vraag over de geschiedenis van het kruis met Pasen wel voldoende hebben beantwoord?”: aldus de enthousiast verhalende Valkjes.

Waar komt dat kruis achterin de kerk dan vandaan?

In ‘Kerkcollectie digitaal’ heeft een medewerker van het Museum Catharijneconvent in mei 2020 o.a. de complete inventaris van onze kerk, sacristie en pastorie gefotografeerd en vastgelegd in het kader van ‘Erfgoed in Kerken en Kloosters’. Daarbij werd het kruis dat nu te midden van de twee borden met gedachteniskruisjes hangt bij de ingang naar de pastorie voorzien van de kwalificatie ‘Emotionele waarde of documentaire waarde voor de parochie’. Het is een missiekruis uit 1919 dat bestemd was voor de parochiële volksmissies en retraites. Dat was tijdens de jaren van pastoor Hendriks (1908 – 1921), ook de schilder van de kruiswegstaties. Het is een houten kruis met een gipsen corpus. De balken eindigen in een driepas en op de onderste driepas staat ‘MISSIE 1919’ en het is 2.75 meter hoog en ongeveer 1.47 meter breed. Leuke opmerking in het rapport: ‘Er zitten gaatjes aan de onderzijde van het kruis, vermoedelijk van punaises’.

(Noot van de webredactie: De foto’s zijn sfeerfoto’s van andere jongerenkoren uit die zeventiger jaren om een beter beeld van die jaren te kunnen krijgen.).